De waarde van sport
De maatschappelijke en economische waarde van sport in onze samenleving is in de afgelopen decennia enorm toegenomen. Sport is mede daardoor, naast dat het gewoon gezond en leuk is om te doen, een basis voor veel bedrijvigheid geworden. Kijk maar eens naar het voetbal. In het betaalde voetbal zijn circa 1.000 mensen actief op het veld, verdeeld over de Eredivisie en de Jupiler League. Maar een veelvoud daarvan heeft door het betaalde voetbal een baan naast het veld. En als we het over het amateurvoetbal hebben, verreweg de grootste en meest populaire sport in Nederland, dan geven we daar met z'n allen per jaar zo'n € 2,5 miljard aan uit.
Doordat sporten steeds populairder wordt, stijgt ook het aantal opleidingen dat direct of indirect met sport te maken heeft. Alleen al op MBO-niveau zijn er zo'n 120 verschillende leertrajecten. Het is een grote en niet meer weg te denken bron van werkgelegenheid. En daar draagt de overheid ook een steentje aan bij. De overheid stimuleert sporten, want in deze moderne tijd bewegen we te weinig en ligt bijvoorbeeld overgewicht op de loer. Om op termijn de kosten voor de zorg te beperken, lijkt sporten het beste medicijn tegen tal van welvaartsziekten. In 2015 besteedde de overheid ruim € 3,3 miljard aan recreatie en sport. Het Nederlandse bedrijfsleven doet ook haar duit in het zakje en sponsort de sportsector jaarlijks met zo'n € 450 miljoen.
Een ander belangrijk aspect van sport: het verbroedert. We zijn allemaal trots op onze Olympiërs als die successen behalen, we staan als één man van achter ons nationale voetbalteam en de straten kleuren oranje als we ergens voor de prijzen spelen. Om maar te zwijgen over de rol die sportverenigingen hebben bij de integratie van nieuwkomers in ons land.
En dat ook onze regio de sport op handen draagt, is te zien op de ontelbare sportvelden, ijs- en sintelbanen, in fitnesscentra, trainingshallen, zwembaden, gym- en sportzalen.
(Bronnen: KNVB, CBS, NOC NSF)