De laatste visie op de detailhandelsstructuur dateert van 2011. In de periode daarna heeft de retailsector onstuimige jaren gekend. Er was sprake van een economische crisis en het kopen van internet nam een enorme vlucht. Ook in de branche zelf zijn duidelijke trends waarneembaar. Zo neemt het aantal supermarkten af, maar neemt de gemiddelde grootte van deze winkels toe. Daarnaast is er sprake van branchevervaging – denk aan de lunchrooms bij de bouwmarkten – en wordt ‘beleving’ steeds belangrijker. Winkelgebieden moeten tegenwoordig meer bieden dan winkelen, de consument van nu wil ‘funshoppen.’ Ondanks het economisch herstel van de afgelopen jaren, wordt de situatie daarom nooit meer zoals hij was. De detailhandelssector moet zichzelf opnieuw uitvinden.
Waakzaam blijven
Bureau RMC heeft in opdracht van de regio onderzoek gedaan naar de detailhandelsstructuur in de regio Alkmaar, waarbij de onderzoekers onder andere bezoekers hebben geteld, het karakter van de winkelgebieden in kaart hebben gebracht en per winkelgebied de sterke en zwakke kanten hebben geïnventariseerd. Uit hun analyse blijkt dat de detailhandel in regio Alkmaar over het algemeen gezond is. Maar, zo schrijven de onderzoekers, de regio moet waakzaam zijn dat de detailhandelsstructuur sterk blijft en ervoor zorgen dat zwakke punten worden aangepakt. Kenmerkend voor de regio is dat elke kern zijn eigen winkelgebied(je) heeft. Deze zijn echter niet allemaal sterk genoeg om de concurrentie aan te kunnen. Ook overlappen verzorgingsgebieden elkaar op diverse plekken. Deze centra dingen met elkaar naar de gunsten van dezelfde consument. Regionale afstemming is dus belangrijk om gezonde winkelgebieden te behouden.
Kansrijk perspectief
De onderzoekers hanteerden elf indicatoren om te kijken of een winkelgebied voldoende toekomstperspectief heeft, variërend van het aantal landelijke ketens in het gebied en de leegstand van panden tot de aanwezigheid van horeca. Voor de gemeente Langedijk worden het centrum van Sint-Pancras, het Winkelcentrum Broekerveiling en het winkelgebied Zuiderdel als gebieden met een ‘kansrijk perspectief’ benoemd. Dat predicaat krijgt ook het winkelgebied in Noord- en Zuid-Scharwoude, maar het onderzoeksbureau tekent daarbij aan dat hier tevens ‘veel aandachtspunten’ zijn.
Bestaande winkelcentra versterken
Uit het rapport blijkt verder dat er nog ruimte is voor uitbreiding van de centrale winkelgebieden. De onderzoekers adviseren daarom om nieuwe winkels zoveel mogelijk deel te laten uitmaken van de deze winkelcentra. Daar versterken ze elkaar en op deze manier trekken de centra meer consumenten. Op sommige plekken in de gemeenten is echter sprake van overaanbod, met name als het gaat om solitaire winkels. Daarom raden de onderzoekers de gemeenten aan geen medewerking meer te verlenen aan nieuwe ontwikkelingen buiten de ‘structuur’. Met uitzondering van winkels in kleine kernen, zoals de bakker op de hoek, die vaak in belangrijke mate bijdragen aan de leefbaarheid.
Regionale afspraken
Het advies van Bureau RMC is door de regio Alkmaar vertaald in een beleidsvisie voor de detailhandelsstructuur. De gemeenten hebben nu afgesproken om het winkelaanbod de aankomende jaren beter op elkaar af te stemmen. Zo zullen nieuwe ontwikkelingen boven de 1500 m2 in elk geval regionaal worden afgestemd. Ook zullen de gemeenten bij uitbreiding van de bestaande winkelcentra goed kijken of een winkel past binnen het karakter van het winkelgebied en zullen zij terughoudend omgaan met het uitbreiden van het winkelaureaal op wat meer afgelegen plekken. Behalve als het gaat om een basisvoorziening voor een kleine kern of om detailhandel als ‘ondergeschikte nevenactiviteit’ (zoals broodjes bij een tankstation). Ook zal de regio geen medewerking verlenen aan verdere branchevervaging in de ‘doelgerichte’ winkelgebieden, zoals gebieden met veel doe-het-zelfzaken. Op deze manier hopen de gemeenten hun steentje bij te dragen aan een toekomstbestendige branche en levendige dorpen.