Column - Klokkenluider: hoe luid je de klok?
Op 1 juli 2016 is de zogenaamde klokkenluidersregeling in onze wet opgenomen. De regeling met de welluidende naam Wet Huis voor Klokkenluiders is bedoeld om werknemers te beschermen die tegen een misstand op hun werk aanlopen en daar intern melding van maken. Alle bedrijven en instellingen met meer dan 50 werknemers zijn verplicht tot het hebben van een interne meldregeling. Werknemers van kleinere bedrijven kunnen de melding doen bij het Huis voor Klokkenluiders.
Sinds de oprichting van het Huis hebben honderden melders van misstanden zich gemeld. De klokkenluider kan rekenen op een verdergaande arbeidsrechtelijke bescherming tegen benadeling en ontslag dan voorheen: artikel 7:658c BW verbiedt benadeling van een werknemer die te goeder trouw en naar behoren een vermoeden van een misstand meldt bij de werkgever of bij het Huis voor Klokkenluiders. Het gaat om misstanden waarbij – kort samengevat – het maatschappelijk belang in het geding is. Maar hoe luid je dan de klok?
Sinds de regeling in werking is getreden, hebben verschillende werknemers in een ontslagprocedure een beroep gedaan op de regeling. Niet altijd met succes. Zo werd de arbeidsovereenkomst van een werknemer die zijn directeur beschuldigde van het doen van onverantwoorde persoonlijke uitgaven, ontbonden wegens een vertrouwensbreuk. Zijn beroep op de klokkenluidersregeling werd afgewezen, omdat zijn melding bestond uit een door hem zelf opgesteld rapport aan de voorzitter van de Raad van Commissarissen. In hoger beroep oordeelde het hof dat de werknemer geen melding had gedaan bij of onderzoek had laten instellen door het daartoe ingestelde orgaan Huis voor Klokkenluiders. In een ontbindingszaak voor de rechtbank Gelderland, kwam een directeur van een fokkerijvereniging die zijn mededirecteur beschuldigde van gebrek aan integriteit, evenmin een beroep op de klokkenluidersregeling toe. De directeur had het vertrouwen in zijn mededirecteur opgezegd en vervolgens het algemeen bestuur verzocht om een integriteitsonderzoek. De kantonrechter oordeelde dat de directeur geen melding van een misstand bij de werkgever of het Huis voor Klokkenluiders had gedaan. En in een onlangs verschenen uitspraak van de rechtbank Noord-Holland oordeelde de kantonrechter dat de werknemer de misstand niet naar behoren had gemeld, zoals bedoeld in de regeling door in een e-mail op ongepaste en dwingende wijze het bestuur tot aftreden te willen bewegen onder dreiging van het zoeken van publiciteit.
De les die hieruit valt te leren is dat een werknemer die een redelijk vermoeden van een misstand heeft en dit wil melden zonder arbeidsrechtelijke consequenties, dit vermoeden – zo objectief mogelijk geformuleerd – dient te melden bij de door de werkgever aangewezen orgaan/persoon of aan het Huis voor Klokkenluiders. Een andere wijze van melden, kan in het ergste geval leiden tot ontslag.
Schipper en Lof Advocaten
Astrid Lof