Afbeelding
(Foto: )

Moderne liefde, lege handen?

De laatste decennia zijn andere relatievormen dan het klassieke huwelijk meer regel dan uitzondering. Het geregistreerde partnerschap heeft aan populariteit gewonnen, maar ook het ongehuwd samenwonen is tegenwoordig heel gewoon. Al dan niet onder het sluiten van een notarieel samenlevingscontract. Dat is misschien niet zo romantisch, maar als je toch goed voor elkaar wilt zorgen, is het geen overbodige luxe. Bijvoorbeeld in geval je elkaar tot erfgenaam hebt benoemd en een van beiden overlijdt. Is er geen notarieel samenlevingscontract, dan kun je geen gebruik maken van de grote vrijstelling voor de erfbelasting (€ 680.645 in 2022). De belastingdienst stelt namelijk de voorwaarde van een notarieel samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting. Heb je geen notarieel samenlevingscontract, maar staan jullie als partners wel meer dan 5 jaar op hetzelfde adres ingeschreven, dan zijn jullie toch partners voor de erfbelasting.

Dat een ongehuwd samenwonende partner echt met lege handen kan achterblijven, blijkt uit het volgende voorbeeld. Alex woonde sinds enkele jaren samen met Simone, op wie hij stapelgek was. Zowel Alex als Simone hadden allebei al een huwelijk en een nare scheiding achter de rug, dus kozen zij er bewust voor de relatie niet te formaliseren. Gewoon lekker samenwonen, maar wel met de bedoeling om samen oud te worden. Helaas was het lot Alex niet gunstig gezind en overleed hij op 45-jarige leeftijd. Alex was in loondienst bij een groot accountantskantoor. Op zijn arbeidsovereenkomst was het Handboek van de werkgever van toepassing verklaard. In dat Handboek was een collectieve overlijdensrisicoverzekering opgenomen. De verzekerde som was tweeënhalf jaarsalaris, een aanzienlijk bedrag dus. Het Handboek wees met betrekking tot de overlijdensrisicoverzekering in onderstaande volgorde als begunstigde van de verzekering aan:


1. Weduwe of weduwnaar van de verzekerde;
2. Kinderen van de verzekerde;
3. Erfgenamen van de verzekerde;
4. De Werkgever.


Alex had geen kinderen en hij had ook geen testament opgemaakt. De werkgever van Alex stelde zich op het standpunt dat in haar (moderne) bedrijfscultuur een partner (met wie wordt samengewoond) wordt gelijkgesteld met een gehuwde, zodat Simone als ‘weduwe’ diende te worden beschouwd. De moeder van Alex, die op grond van de wet zijn erfgenaam was, was het daarmee niet eens. In hoger beroep oordeelde het gerechtshof: de stellingname van de werkgever dat onder weduwe ook de samenwonende partner dient te worden verstaan, miskent dat juist door het aangaan van een geregistreerd partnerschap gelijkstelling met het huwelijk wordt beoogd en bereikt, maar dat een enkel samenwonen dat juridische resultaat niet meebrengt. Ook de stelling van de werkgever dat de regeling een ongeoorloofd onderscheid maakt tussen gehuwden en samenwonenden, werd door het gerechtshof verworpen met het argument dat de ongehuwd samenwonende partner zelf voor dit onderscheid heeft gekozen. En zo bleef Simone dus met lege handen achter.


Uit deze casus blijkt dat de positie van de ongehuwd samenwonende partner nog altijd achtergesteld is bij de gehuwd of geregistreerde partner. Moderne liefde eindigt soms met lege handen. Tijd om daar eens verandering in te brengen!