Slechts één klapdeur tussen 3.500 studenten en bedrijfsleven
Dirk van der Bijl, directeur Hogeschool InHolland in Alkmaar, zit zijn hele carrière al in het onderwijs, eerst als leraar en later als directeur van diverse onderwijsinstellingen. En nooit te lang op één plek, want dat is niet goed voor de school en niet goed voor hemzelf. Dat voelt als stilstand. Dat heeft het onderwijs niet nodig.
,,Je moet nergens te lang blijven hangen. Da’s niet gezond.’’ Van der Bijl gaf les op de basisschool, aan moeilijk lerende kinderen, aan doven en slechthorenden en aan alle leeftijden; van twee tot twintig en in het hbo. Volgens hem gaat onderwijs over gedrag: iemand motiveren om iets te willen leren. Daar moet je vindingrijk voor zijn.
Motiveren is een snaar raken Zowel als leraar toen en tegenwoordig als directeur, vraagt Dirk van der Bijl zich voortdurend af: ,,Hoe kan ik jou nou motiveren om dingen te leren?” Want of je nu met doven werkt of met techneuten op de hogeschool, en of ze twee of twintig jaar oud zijn, het maakt niet uit, vindt hij. ,,Je wilt bij iedereen een snaar raken. Dat geldt voor elk onderwijs en waarschijnlijk waar ook ter wereld.” Leerlingen, maar ook medewerkers, moeten gemotiveerd worden, een reden hebben waarom ze van alles zouden moeten leren. Kun je jongeren niet motiveren, dan doe je iets niet goed.
Maar hoe raak je die snaar bij jongeren dan? Dat is natuurlijk het moeilijkste wat er is. ,,Ooit gaf ik les aan een klas met kinderen die moeite hadden met leren. Na elf jaar onderwijs lazen ze nog steeds op het niveau van de derde klas basisschool. Dat vond ik nogal wat. Eén jongen hield heel erg van televisie kijken. Ik stelde hem voor: als je nou zelf kunt lezen, dan kun je straks ook alle ondertitels lezen van de films die je zo graag kijkt. Pas toen zag die jongen dat hij het lezen kon gebruiken voor iets dat hij leuk vond. En zo is het voortdurend zoeken naar iets waarmee je een jongen of een meisje kunt bereiken. Kijk je op zo’n manier naar kinderen en zit je een tijd in het onderwijs, dan zit het op den duur in je genen. Zoek naar wat ze bezighoudt, dan weet je ze te raken en kun je ze motiveren om iets te leren”.
Theorie nodig om praktijk te begrijpen En nog steeds ziet Van der Bijl de worsteling van jongeren met hun keuze voor een studie. Tieners die van de middelbare school afkomen hebben veel keus. Het is een heel verwarrende periode voor ze. Ze hebben geen compleet beeld van de opleidingen, wat studeren inhoudt en wat er op het hbo van je wordt gevraagd. Tijdens een hbo-studie wordt er van je gevraagd dat je zo’n veertig uur per week studeert. ,,We willen ze laten zien dat je theorie moet leren en dat doen we door middel van practica. Want daar zie je welke theoretische onderbouwing nodig is om iets in de praktijk te begrijpen”. Daarom wil Van der Bijl ook graag dat bedrijven zoals IDEA in het gebouw zitten met projecten waar studenten aan meewerken en de praktijk kunnen ervaren.
De regio heeft een hogeschool nodig. Dat Hogeschool InHolland in Alkmaar zit, zorgt ervoor dat niet alle studenten naar Amsterdam vertrekken en na hun studie elders aan de slag gaan, buiten de regio. De kracht van het hbo is om met de kennis die er in Nederland is, te laten zien hoe het werkt in de praktijk. ,,Op de universiteit proberen ze wetenschappelijk te bewijzen dat iets klopt, op hbo testen ze of wat bedacht is ook echt werkt.” Dat doen ze samen met mkb-bedrijven. Het hbo is een belangrijke schakel voor bedrijven op gebied van praktijkgericht onderzoek. De lectoren en studenten helpen het bedrijfsleven en zijn daarmee een belangrijke koppeling naar de praktijk. Maar hoe kunnen we de krachten van het hbo en bedrijfsleven beter bundelen, vroeg Van der Bijl zich af. Hij heeft er het volgende op bedacht. ,,Met de grootschalige renovatie van het gebouw in Alkmaar, hoop ik meer interessante studentenprojecten te realiseren van formaat. Er is ruimte voor bedrijven in de hogeschool, letterlijk. Deze bedrijven hebben vijfendertighonderd studenten tot hun beschikking en zijn slechts één klapdeur verwijderd van de kennis van de hogeschool. De wisselwerking met bedrijven levert ondernemerschap en innovatie op, iets dat het onderwijs weer niet in huis heeft, maar goed kan gebruiken’’.
De regio beïnvloeden Het domein Techniek en Informatica van Hogeschool InHolland in Alkmaar gaat zich steeds meer specialiseren in duurzame energie. Ze richten zich op de regio en proberen het profiel van de regio over te nemen of te beïnvloeden. Ze moeten opleidingen bieden waar het bedrijfsleven op zit te wachten. Dus ligt de focus in Alkmaar op studies die passen bij meer technische bedrijven, zoals je die veel vindt in Noord-Holland Noord. Duurzaamheid is een maatschappelijke opdracht die InHolland aan alle studenten meegeeft. ,,We geven ze een gereedschapskist mee en duurzaamheid zit daar ook in. Biomassavergassing, biomassavergisting, getijdenenergie, windenergie, zonne-energie: you name it, alles is er. Ik wil dat studenten er mee aan de slag kunnen, het liefst morgen”.
Welk besef van duurzaamheid hebben studenten eigenlijk? ,,Onder jongeren bestaan nog vooroordelen over duurzaamheid: ze denken dat het duur is en dat het niet goed werkt.” Het leeft dus niet erg onder studenten. Ze krijgen les over bijvoorbeeld windenergie, maar ze vinden het niet ‘sexy’. Tijdens een busreisje naar Energy Valley in Groningen, maakte Van der Bijl even een praatje met de vijfentachtig werktuigbouwkundigen in opleiding over windenergie. Bijna allemaal reageerden ze hetzelfde: niet interessant genoeg. ,,Dus is het onze taak om daar iets mee te doen”, is zijn conclusie.
Snuffelen In de media wordt heel verschillend over duurzaamheid gesproken. ,,Daar zijn jongeren gevoelig voor. Dit draagt niet bij aan het urgentiebesef onder jongeren. Er is zó veel bekend over duurzame energie, maar we passen het nog nauwelijks toe. Het gaat over gedrag. Daarom zijn inpandige (duurzame) bedrijven van belang: studenten kunnen snuffelen aan duurzame projecten en komen met het bedrijfsleven in aanraking. Dat draagt zinvol bij aan draagvlak voor duurzaamheid onder studenten. Met dit nieuwe studieklimaat kan de hogeschool de studenten inspireren om na te denken over innovatie en hard te studeren”.
En dan de grote vraag: hoe staat het ervoor met het aantal jongeren dat een technische opleiding wil doen? Nederland vergrijst. Oudere werknemers moeten vervangen worden door jongere. Maar er zijn nog steeds te weinig jongeren die een technische opleiding doen. Dat betekent dat ze allemaal direct na hun studie ergens aan de slag kunnen. Goed nieuws dus voor aanstormend technisch talent!
www.regiohollandbovenamsterdam.nl
[bron: NHN]
Foto: aangeleverd
